woensdag 24 juni 2015

Hansje en zijn mediawijsheid

Iedere politicus, lobbyist, fractiemedewerker of in welke vorm dan ook actief in het politieke en maatschappelijke debat weet het. Zeg nooit iets doms in een interview want het bijt in je billen. Nu is de lobbyist van de grootste, en misschien wel meest exclusieve lobbyclub, weer door de mand gevallen. Want Hans de Boer staat voorlopig bekend als de man die Bijstanders Labbekakkers noemt en dat was dus geen compliment.

Uiteraard staat bijna heel Nederland op zijn achterste poten omdat Hans de Boer een dergelijke lompe en uitermate onhandige uitspraak heeft gedaan. Want dit type uitspraken zullen niet bijdragen aan een verbetering van de gespannen situatie tussen werknemers en werkgevers. De cao tafels die nog druk gaande zijn, de politici die over hem vallen en de minister van sociale zaken die de uitspraak zelfs een 'uitgestoken middelvinger' noemde zeggen daarin genoeg.

Waarom Hans?

Nu werd al bij zijn aantreden duidelijk dat Hans de Boer niet de keurige en sensitieve meneer Wientjes was (ik kan niet anders dan meneer zeggen tegen die man, echt niet). Hij noemde toen de banenafspraak een chantage en het idee alleen al onhaalbaar. Hij gaf toen al aan dat hij een heel andere koers zou varen dan zijn voorganger en dat is iets wat ons keer op keer duidelijker wordt.

De vraag is echter, is het goed voor zijn lobbyclub als hij zo hard uit de bocht kan vliegen? Want als je iets wilt bereiken dan moet je toch altijd de verschillen zien te overbruggen, immers politiek is (zeker in Nederland) compromissen sluiten en ik begin me oprecht af te vragen of dit wel in het CV van Hans de Boer staat. Want hij heeft kwaliteiten, daar ben ik van overtuigd, maar of het de juiste kwaliteiten zijn dat is dan weer even de vraag na een uitspraak als deze.

De nuancering

Via Twitter kwam ik de nuancering van zijn uitspraak tegen, het ging dus via de vraag naar de noodzaak van immigratie om de arbeidsmarkt aan te vullen, naar de Bijstand. En vervolgens via het ontwrichtende effect van de Bijstand op de samenleving naar 'de labbekakken die hier in een uitkering zitten moeten aan het werk' Waarbij hij zich tevens uitsprak over het 'feit' dat Oost-Europeanen werk doen wat Nederlanders niet willen doen.

Natuurlijk valt ook daar wat te nuanceren, want uiteraard spreekt Hans de Boer als lobbyist over de keurige werkgevers die geen mensen kunnen vinden. Maar niet over (maar ik vermoed wel namens) de werkgevers die via allerlei constructies Polen tegen een lager loon inhuren, ze bovendien nog op laten leiden ook, en daarmee Nederlandse vakmensen aan de kant laten staan. Ja Hans, die zijn er echt en ik kan zo een paar voorbeelden op uw bureau leggen. Maar ik ben dan zo netjes om dat niet publiek te doen, want het is namelijk niet altijd zo handig om dat soort uitspraken publiek te doen.

Wat nu?

Ik denk dat Hans de Boer en dan met name de mensen die namens VNO*NCW aan de cao tafels zitten het de komende tijd nog wel eens lastig kunnen gaan krijgen. Want de kloof tussen werkenden en werkgevers is wederom vergroot, bovendien is de kloof tussen werkgevers en werkzoekenden inmiddels vrijwel onoverbrugbaar geworden.

Dit is jammer, want juist Hans de Boer en zijn lobbyclub spelen een hoofdrol in het vergroten van de koek, de vergroting die bij kan dragen aan meer banen en groei en dus vervolgens nog meer banen zodat al die labbekakken uit de Bijstand, WW en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan het werk kunnen. Niet te vergeten, al die mensen die zijn afgehaakt en/of helemaal geen uitkeringen hebben. Nee Hans, u heeft ons (de Nederlandse werkende) nog hard nodig als uw koek gaat groeien. Tenzij u uw leden natuurlijk liever adviseert om bussen Polen te laten komen, want dan kunnen wij misschien beter naar Polen verhuizen om daar het beschikbare werk te gaan doen wat zij achterlaten.....




maandag 22 juni 2015

Een handicap is niet zwart/wit!

Ik heb er al vaak iets over gezegd, zo niet nog vaker over geschreven op Twitter of in mijn blogs. Het onderscheid tussen Wajongeren en tussen andere jonggehandicapten die buiten de Wajong en nu Participatiewet vallen. Het verschil is groot, waar de een het recht op ondersteuning en voorzieningen heeft, heeft de ander dat niet. Waar de een het recht op een participatiebaan heeft, heeft de ander dat niet. Eigenlijk is het gewoonweg discriminatie en druist het compleet in tegen het VN Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap.

En toch, de overheid stimuleert deze discriminatie, eigenlijk draagt het zelfs deze discriminatie uit in haar beleid. De invoering van de nieuwe sociale zekerheid voor jonggehandicapten moest hier een eind aan maken, maar nee het werd zelfs nog erger toen de WWNV de Participatiewet werd. Want waar in de WWNV de rechten van jonggehandicapten zonder status waren opgenomen in de wet, laat de Participatiewet dit aan de gemeenten met te weinig budget, en daarom zijn er veel gemeenten die hier dus geen afspraken over hebben gemaakt.

College van de mensenrechten

Steeds vaker begin ik me af te vragen of dit beleid niet getoetst moet worden, en dan niet zoals de overheid zegt het effect te zullen meten van een groep die ze niet in de statistieken hebben zitten. Maar het voorleggen aan het College voor de Rechten van de Mens en hen onafhankelijk te laten onderzoeken of dit beleid wel strookt met de gelijke rechten?

Want waar Wajongers nogal eens geneigd zijn om te zeggen, ‘wees blij dat je geen Wajong en bijbehorende ondersteuning nodig hebt’ is dat nogal zwart wit gedacht. Want is het eerlijk dat de ene dove wel in de Wajong zit en de ander niet? Is het eerlijk dat de ene slechtziende wel in de Wajong zit en de ander niet? Is het eerlijk dat de ene autist wel in de Wajong zit en de ander niet? Het bepaald in het huidige landschap namelijk wel of je een passende baan kan vinden en de benodigde voorzieningen kan krijgen.

Vraag het aan Klijnsma

Dat was het advies wat ik vandaag weer eens kreeg, nou eerlijk gezegd krijg ik steeds vaker het idee dat het Klijnsma geen bal kan schelen. Want als je haar vraagt waarom je als arbeidsgehandicapte zonder status geen gelijke rechten op werk krijgt. Dan zegt ze simpelweg ‘het is mij toch ook gelukt’ alsof daarmee de kous af zou zijn. Nee, het is niet zo simpel als dat het lijkt.

Enerzijds ben ik dolblij dat ik geen Wajong heb, want blijkbaar wordt je daar gemakzuchtig van. Je accepteert je lot als afgeschreven en gaat door met je leven. Komt de overheid met een nieuw plan dan klim je in de hoogste boom en zet de vakbond op stelten. En ja, dan moet je herkeuren maar uiteindelijk hou je wel die kans op die baan en dus is solliciteren al een stuk makkelijker.

Zo zwart/wit is het niet

Kijk verder dan je eigen puzzelstukje,
heb oog voor de ander!
Hoeveel mensen zouden dit (voorgaande) stigmatiserend vinden? Ik denk dat veel Wajongers op hun achterste benen zouden gaan staan. Maar waarom oordelen Wajongers dan wel zo hard over NUGgers met een handicap die net zo graag aan de slag willen maar niet de gelijke rechten hebben? In het eerste ben ik heel eerlijk, want ik ben blij dat ik geen labeltje (Wajong) heb, maar waar ik wel van baal is dat ik geen gelijke rechten op voorzieningen schijn te hebben terwijl ik bij ‘gebrek’ aan uitkering toch wel degelijk de noodzaak tot het zoeken, hebben, houden van een baan heb, omdat er simpelweg ergens geld vandaan moet komen.

Eigenlijk zou dit al moeten laten zien dat ik het heel vervelend vind voor iedereen die zijn Wajonguitkering dreigt te verliezen omdat hij/zij een werkende partner of ouder heeft met een inkomen. Maar anderzijds mogen jullie ook best eens begrijpen dat je daarmee op gelijke voet komt te staan met al die andere mensen met een beperking die ook gewoon hun eigen boontjes moeten doppen. Het voordeel dat je hebt, je hebt voorrang op werk en houdt recht op voorzieningen, dus wees blij met wat je hebt en kijk a.j.b. ook eens naar wat een ander niet heeft!
 

De 6e alinea van deze blog bevat een sarcastische weergave van allerlei vooroordelen over Wajongeren. Welke dus NIET mijn persoonljke mening zijn.

dinsdag 16 juni 2015

Wat Rutte nu van mij wil?

De arbeidsmarkt trekt aan, dit trekt uiteraard ook weer mensen aan die zich een tijd hadden teruggetrokken van de arbeidsmarkt. En ja, dat is natuurlijk goed voor de arbeidsmarkt, want er ligt veel talent achter de geraniums te wachten. De vraag is alleen achter welke geraniums en uiteraard welk talent. Want mensen die zich een tijd hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt gaan lang niet allemaal de studieboeken in zoals ik in der tijd had gedaan.

Ik ben ooit in 2008 met een reorganisatie, welke te danken was aan de invoering van de WMO, mijn baan kwijtgeraakt. Sinds dien ben ik gaan werken aan mijn employability door een studie te gaan volgen, vrijwilligerswerk gaan doen wat mijn kennisgebied te verbreden, met als doel om mijn arbeidsvaardigheden te versterken. Het effect was uitermate goed, want van een baan op MBO niveau waar ik uitstroomde, zou ik technisch gesproken inmiddels op WO niveau moeten kunnen functioneren. Nou ja, wat wil je nog meer als politiek, iemand die niet bij de pakken neerzit en toch doorgaat.

In de weg gezeten door wetgeving

Echter de wetgeving lijkt mij keer op keer een beetje teveel in de weg te zitten, want werk vinden met een arbeidsbeperking zonder Wajong/WIA was voorheen als lastig, maar met de invoering van de Participatiewet werd het haast onmogelijk. Vooral omdat ik, in het kader van mijn employability, nog steeds bezig ben om mijn studie af te ronden. Een periode niet gewerkt heb, dus een gat in mijn CV, en vervolgens uiteindelijk maar ben gaan freelancen omdat ik de arbeidsmarkt meer dan zat was.

Want als je door een urenbeperking afhankelijk bent van de vacatures die open staan voor arbeidsgehandicapten, en op de schaarse parttime vacatures solliciteert. Liggen de kansen niet echt voor het oprapen. Zelfs niet als je aan je eigen employability werkt.
“Verlies de moed niet als je dit leest, maar zet als je blieft door!”

Dus besloot ik op mijn voorwaarden te gaan werken in een arbeidslandschap waar je je eigen arbeidsvoorwaarden kan bepalen. Nu is dat uiteraard ook niet altijd koek en ei als je met de nodige beperkingen door het leven gaat. Toch heeft het er wel voor gezorgd dat ik de afgelopen jaren diverse opdrachten heb gehad en mezelf daarmee employable heb gehouden. Dan komt de overheid weer met het idee om ZZP'ers aan te gaan pakken, en zou ik met mijn beperkte aantal ondernemersuren weer in de gevarenzone eindigen. Waarom, ben ik dan minder ondernemer omdat ik niet meer uren kan werken?

Je zal maar aan de kant staan

Als geharde arbeidsmarkt verkenner, zoeker en bovendien inmiddels ook ondernemer, was ik dan ook verbaasd dat Rutte het verlies van een baan niet zo serieus leek te nemen tijdens het VVD congres. Want je kon gewoon weer gaan solliciteren en die uitkering die kwam later wel. Nou, helaas de praktijk is anders en gezien ik inmiddels mijn ervaringen heb gehad met het UWV zeg ik oprecht: “hij snapt er geen bal van!”

Evenals staatssecretaris Klijnsma er geen bal van blijkt te snappen, want volgens haar moet je met een HBO/WO studie en een beperking ‘gewoon een baan kunnen vinden’ en nee ook dat bewijs heb ik geleverd. Net als vele anderen zonder uitkeringsstatus hebben ervaren, is het bijzonder moeilijk op de arbeidsmarkt als je heel wilt maar je door beperkingen specifieke vragen hebt en/of de behoefte aan specifieke aanpassingen.

Alles gedaan

Inmiddels heb ik dus alles gedaan, van werken aan mijn employability tot aan het starten van mijn eigen bedrijf en nog steeds zit een stabiel inkomen om goed van rond te komen er helaas niet in. En nee, ik zie mezelf niet als slachtoffer, daar voel ik met te goed voor. Maar ik vraag me wel oprecht af, wat Rutte nu van mij wil, want ik heb alle adviezen als trouw burger uitgevoerd…….



zondag 14 juni 2015

CAO als politieke speelbal

Voor veel werkenden lijkt de VVD een steeds grotere afstand te nemen tot hun positie, van meer flexibilisering tot zelfs een einde maken aan het ‘algemeen verbindend’ maken van cao’s. Bovendien zou dit de scheiding tussen zekerheiden van de ene kant van de arbeidsmarkt nog verder vergroten, boven de mensen die dus buiten die cao’s zouden vallen. En daarbij kan dat als het aan de VVD ligt dus verder gaan dan ZZP'ers die daar zelf voor 'kiezen.' Op die manier zal de ongelijkheid verder toenemen, de macht van werkgevers vergroot worden en daarmee zal er een definitief einde komen aan de ‘algemene bescherming van werknemers.’

De positie van werknemers staat de laatste tijd vaak in het politieke debat op het programma, want de arbeidsmarkt veranderd en ook de politiek kan daar niet meer omheen. Wat echter wel sterk opvalt is dat de VVD zich in deze discussie de focus legt op de positie van de werkgevers (traditionele achterban) en dat eigenlijk alle andere partijen in het centrum (D66, CDA) zoeken naar een afweging die past bij deze nieuwe arbeidsmarkt.
 

Waar komt de cao vandaan?

De visie van links, die de cao’s graag in al zijn facetten zouden behouden, die is in de veranderende maatschappij niet meer zo logisch. Want in cao’s worden vele zaken ondergebracht die daar van oorsprong niet horen. In de eerste cao uit 1894 werd er voor de diamantbewerkers uit Amsterdam een tariefafspraak vastgesteld. Pas in 1914 kwam de eerste landelijke cao, waar afspraken in stonden over kinderarbeid, werktijden en minimale beloningen. Dit was de omslag naar de arbeidsmarkt zoals we deze nu kennen.

Pas in 1947 kwam de Wet op de AVV, ofwel het algemeen verbindend verklaren van de cao afspraken. Dit instrument, bestaat om werknemers te beschermen die bij bedrijven werken die niet aangesloten zijn bij de werkgeversorganisaties. En is daarmee de schakel die ook deze groep beschermt, want de cao afspraken gelden dan voor de gehele sector. Dit algemeen verbinden verklaren wordt gedaan door de minister van sociale zaken en werkgelegenheid en is daarmee het sluitstuk van de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over de arbeidsvoorwaarden.

Verandering hou je niet tegen

Ook robotisering brengt vragen over de
toekomst van de arbeidsmarkt met
zich mee.

We moeten erkennen dat de arbeidsmarkt veranderd, en ik ben er dan ook van overtuigd dat men dit ook op links zeker inziet. De vraag is echter alleen of zij niet, zoals pas gesteld door arbeidsmarktdeskundige
de Beer te laat zijn. Want de arbeidsmarkt veranderd snel, de positie van werknemers wordt steeds onzekerder en daarmee neemt de macht van de werkgevers snel toe. Enerzijds is dit logisch, want deze werkgevers ervaren ook dat hun markten sneller veranderen, andere eisen worden gesteld, digitalisering en robotisering steeds meer vorm krijgen en bovendien dat de conjunctuurwisselingen elkaar snel opvolgen.

Toch hebben ook deze werkgevers baat bij goede afspraken, zij weten dan immers waar ze aan toe zijn en hoe zij om kunnen gaan met de wisselingen die zij ervaren in het ondernemerschap. Daarom zou het misschien goed zijn om, zoals D66 en CDA nu ook al enkele keren benoemd hebben, te kijken naar de inhoud van de cao’s. Want hoort alles er wel in wat er nu in is ondergebracht? Is het niet tijd om bepaalde elementen door te schuiven naar de secondaire arbeidsvoorwaarden waar werkgevers en werknemers samen over kunnen onderhandelen? Want verandering hou je niet tegen, maar goede schoenen moet je nooit weggooien voordat je weet of je van die nieuwe geen blaren krijgt!